Traumatic Disorders
Traumagerelateerde stoornissen & aanverwanten
| ** Reactieve hechtingsstoornis** | Ontremd-sociaalcontact stoornis | PTSD | Acute stressstoornis | Aanpassingsstoornis | |
|---|---|---|---|---|---|
| Epidemiologie | Duidelijk aanwezig tss 9m-5j | Vanaf 9m | 7,8% Na 1ste levensjaar |
V > M | |
| Etiologie | Extreem ontoereikende verzorging | Extreem ontoereikende verzorging | Hoe persoonlijker het trauma, hoe meer kans op PTSD Chronisch alarm → via hypofyse, bijnierschors, cortisol (langwerkend systeem) |
Hoogst bij interpersoonlijke geweldpleging | Enkelvoudige of meervoudige stressoren |
| Kernsymptomen | Kinderpsychiatrische stoornis - afwezige/onderontwikkelde hechting |
Kinderpsychiatrische stoornis - actief benaderen en omgaan met onbekende volwassenen (”hechten met iedereen”) |
1. Blootstelling aan trauma → zelf ondergaan, persoonlijk getuige, vernemen, blootstelling aan details 2. Aanwezigheid 1 of meer intrusieve symptomen → pijnlijke herinneringen, onaangename dromen, dissociatieve reacties (flashbacks bv), psychische lijdensdruk, fysiologische reacties 3. Persisterende vermijding van prikkels → herinneringen, gedachten, gevoelens, externe triggers 4. Negatieve vermindering van cognitie en stemming → onvermogen herinneren, negatieve overtuigingen over zichzelf en anderen, vertekende cognities, schuldgevoel, negatieve gemoedstoestand, vermindere belangstelling voor activiteiten, onthechting en vervreemding, anhedonie 5. Duidelijke verandering in arousal en reactiviteit → prikkelbaar, roekeloos, agressief, hypervigilantie, overdreven schrikreactie, concentratieproblemen, verstoring slaap >1m , significante lijdensdruk, niet door middel of somatische aandoening |
1. Blootstelling aan trauma 2. Aanwezigheid 9 of meer symptomen uit 5 categorieën - intrusieve symptomen - negatieve stemming - dissociateve symptomen - vermijdingssymptomen - arousalsymptomen 3. **3 dagen tot 1 maand **Significante lijdensdruk, niet door middel of somatische aandoening |
1. Emotionele of gedragsmatige symptomen als reactie op stressor < 3 maand 2. Klinisch significant (lijdensdruk of beperkingen) 3. =/= exacerbatie of psychische stoornis 4. Geen uiting van normale rouw 5. Zodra stressor verdwijnt persisteren de symptomen niet langer dan 6 maanden |
| Secundaire kenmerken | Met of zonder dissociatieve symptomen (depersonalisatie, derealisatie) | Sombere stemming Angst Stoornis in gedrag |
|||
| Beloop | Onmiddelijk of uitgesteld na trauma (meestal < 3m) 50% herstel binnen 3 maand 50% chronisch |
Kan na 1 maand herstellen of overgaan in PTSD! | |||
| Behandeling | SSRI (x2 dosis) CGT EMDR (debriefing) |
||||
| CAVE | Grote comorbiditeit! (80%) → depressie, angst, middelen <6j andere criteria |