Slaap-waakstoornissen
Slaapschema
| Wakker | - ꞵ-activiteit (snel) vooraan (corticale activiteit + evt spieractiviteit) - α-activiteit achteraan (duidelijker bij het sluiten van de ogen) - Laag voltage, snel ritme |
|||
| REM slaap = slaap stadium 5 | - Paradoxale slaap = fase waarin de spieren tamelijk verslapt zijn (= spieratonie), behalve de oogspieren (periodes van snelle oogbewegingen = saccaden) - Droom slaap = indien men tijdens de REM-slaap wakker wordt, heeft men typisch het gevoel van net gedroomd te hebben - Laag voltage - Thèta-activiteit en zaagtandgolven |
|||
| Slaap stadium 1 => Oppervlakkige slaap |
- Verdwijnen van ꞵ- en α -activiteit => α -drop-out - Thèta-activiteit + vertex-golven* |
|||
| Slaap stadium 2 => Oppervlakkige slaap |
- Iets meer thèta-activiteit + slaapspoelen en K-complexen* | |||
| Slaap stadium 3 => Diepe slaap = delta slaap |
- Veel minder thèta-activiteit - Toenemende delta-activiteit: <50% delta-activiteit |
|||
| Slaap stadium 4 => Diepe slaap = delta slaap |
- Delta-activiteit: >50% delta-activiteit |
Important
Bij jonge kinderen is EEG sterk verschillend
Important
Eerste helft van nacht meer diepe slaap, tweede helft van nacht meer REM-slaap
Insomnia
| Psychofysiologische insomnia | OSAS | Narcolepsie | Restless legs syndrome | |
|---|---|---|---|---|
| Epidemiologie | Meest voorkomende vorm van slapeloosheid | 1-4% symptomatisch 0,3% ernstig M/V = 9/1 Piekincidentie 4de levensdecade (kan ook bij kinderen) |
2-18/10 000 Piekincidentie 2de levensdecade |
|
| Etiologie | Negatieve conditionering Slaapincompatibel gedrag Slapen wanneer er geen intentie is om te slapen Preoccupatie met slapeloosheid Vaak is er een uitlokkend moment → vervolgens zichzelf in stand houdend |
Anatomische vernauwing BLW Onvoldoende werking BLW dilatoren Obesitas (2/3) Retrognathie, tonsillaire hypertrofie Frequent arteriële hypertensie |
HLA (DR2 & DQw1) geassocieerde destructie van slaapregulerende neuronen + gestoorde orexine/hypocretine neurotransmissie Sporadisch > familiaal |
Meestal idiopatisch, soms secundair (20-40% dialyse patiënten) |
| Symptomatologie | Obstructie BLW tijdens slaap (apnoe-cyclus) - chronische ischemie (belangrijke risicofactor) - gefragmenteerde slaap Nachtelijke symptomen - luid snurken (afgewisseld met stille perioden) - woelige slaap, veel beweging - nachtzweten - nycturie, enuresis - ochtendhoofdpijn - droge mond, keelpijn - slaapinertie bij ontwaken Overdag - somnolentie - karakter-, concentratie- & geheugenstoornissen |
Hypersomnie - slaapaanvallen Abnormale REM-slaap manifestaties - hypnagoge hallucinatie (intens dromen bij inslapen) - slaapparalyse (spieratonie bij ontwaken) Intrusie spieratonie in waaktoestand - cataplexie (toename bij emotie of opwinding) |
Eigenlijk eerder bewegingsstoornis met secundair slaapproblemen | |
| Diagnose | Uitsluitingsdiagnose | Tentatieve diagnose - hypersomnie - cataplexie (hypnagoge hallucinaties & slaapparalyse aspecifiek) Formele diagnose - nachtelijk SOREMS + frequent ontwaken - MSLT <5 mins + min 2 SOREM/5 dutjes - lage tot afwezige orexine spiegels in CSV |
||
| Behandeling | Causale behandeling uitlokkende factoren Slaaphygiene Hypnotica (BZD, non-BZD) voor acute, situationele insomnia |
Algemeen: - nasale obstructie behandelen - obesitas behandelen - positie lichaam beïnvloeden - drugs mijden (sedativa & alcohol) Medisch: - nasale CPAP Heelkunde: - UPP - MMA - neurostimulatie - tracheostomie (noodmaatregel) |
Symptomatische behandeling, geen causale therapie Hypersomnie - stimulantia (CAVE gewenning) Abnormaal REM-fenomeen - TCA - SSRI - GHB Strategische dutjes - vermindert nood aan centrale stimulantia |
Dopamine precursoren & -agonisten Benzodiazepines Codeine & narcotische analgetica |
Important
Prevalentie insomnia = 10-20%Gelijkaardig met hypersomnia → maar vaak ondergerapporteerd en verward met moeheid!