Klinische consultvoering
#Klinische-vaardigheden #Communicatie
Patiëntenspoor
-
Introductie
- Jezelf voorstellen
- Naam en leeftijd patiënt vragen
- Peil waarom patiënt bij jou komt (RFE)
-
Exploratie
I DEAS
C ONCERNS
E XPECTATIONS
- Exploreer gedachten & emoties v/d patiënt
- Via open vragen peilen waarom de patiënt bij u komt
- ipv ‘dus ik hoor dat je daarmee bezig bent’ → ‘wat houdt u dan het meeste bezig?’
- Dagdagelijks functioneren
- vraag naar context eventueel → job, hobbies…
- Verhaallijn en verloop bevragen, in een context kunnen plaatsen
- WAAROM?
- Je bent ongerust… Waarom?
- Je denkt hier aan… Waarom?
-
Einde
- Korte samenvatting
- Bepaal de verdere agenda
- Inclusief eventueel andere agendapunten
- en stel vervolgens een agenda op voor de consultatie
Ingaan op cues
Parafraseren & samenvatten
Kort en krachtig, niet te veel nutteloze woorden gebruiken
Toetsen
Empathie
Wees nieuwsgierig
Anamnese
Stel diagnostisch landschap op voor anamnese & sluit eerst binnencirkel uit
-
W AAR - Locatie & uitstraling
-
W ANNEER - Wanneer begonnen, hoe ontstaan, hoelang duurt het, variatie
-
K WALITEIT - Hoe voelt het?
-
K WANTITEIT - Intensiteit, effect op functioneren (schaal van 1/10)
-
V ERZWARENDE / VERZACHTENDE FACTOREN - zelftherapie
-
V ERWANTE ZAKEN - andere symptomen?
→ niet vragen → ‘Heb je nog andere klachten?’ → specifieker gaan want patiënt weet niet perse waar jij naar zoekt
- Diagnostisch landschap volledig uitpluizen
- Includeren in de overige WWKKVV
-
Parafraseren & Samenvatten
-
U ITLOKKENDE FACTOREN
-
R ELEVANTE VOORGESCHIEDENIS - persoonlijk & familiaal
-
L EEFGEWOONTEN - indien relevant
-
U SUS
- Goed kaderen!
- Wat heb je al gedaan ertegen?
Bepaal het diagnostisch landschap dat uit de opening kan weerhouden worden‼️Als diagnostisch landschap moeilijk is, doe systeemanamnese van boven naar beneden (denk aan spoed)
Elke hypothese moet bevraagd worden in de anamnese MAAR enkel relevante vragen CAVE alcohol, roken, omgeving…
Niet van dingen vanuit te gaan
Heel technisch de leiding nemen
- Kondig klinisch onderzoek aan
- Heb je hierover nog vragen?
Duidelijke gesloten vragen, één tegelijk
Geen vakjargon!
Structuur! → verduidelijken, markeren, samenvatten
Gebruik tussentijdse samenvattingen
Uitleg, advies & planning
Correcte diagnose (of DD)
-
Uitleg
- Vat klinische bevindingen samen en leg link naar symptomen
- Niet gewoon “obv klinisch onderzoek of obv mijn vragen” → benoem de symptomen!
- Sluit aan bij en leg link naar ICE uit het patiëntenspoor
- Bevraag eventueel opnieuw ICE in functie van informeren
- “Je dacht zelf aan…” “Wel, …”
ImportantBij heftige diagnose of twijfel waavoor verdere onderzoeken (denk aan MS), drop niet meteen diagnose, denk aan wat relevant is voor de patiënt en hoe dit overkomt
- Geef uitleg over diagnose (of DD) en leg ook link naar symptomen
- Pathofysiologie uitleggen
- Zorg voor goede omkadering van de uitleg
- Wat is de informatie-wens/-vraag
- Toets tussentijds of alles begrepen is
- Eventueel visuele ondersteuning
- Vat klinische bevindingen samen en leg link naar symptomen
-
Advies
- Aanvullende onderzoeken
- Vragen of ze weet wat het onderzoek inhoudt
- Dringend of niet?
- Therapie
- Medicatie
- Kine
- Rust
- Preventie
- Leefmaatregelen
- Rookstop bv?
- Doorverwijzing
- Arbeidsongeschiktheid
ImportantAlarmsymptomen
- Aanvullende onderzoeken
-
Planning
- Overleg met patiënt wat haalbaar is
- Opvolgconsult of contact indien alarmsymptomen
- Wees concreet bij data of instructies
Geef de informatie in kleine beetjes
Eventueel vragen aan patiënt om terug te koppelen om te zien of het begrepen is
Geef alarmsymptomen mee
Wij/Ik-vorm teken van onzekerheid
Sluit aan bij voorkennis van patiënt
Koppel terug naar kennis, emoties en verwachting patiënt
Denk ook aan de bijwerkingen van medicatie
Diagnostisch landschap
Bachelor 3
-
Buikpijn
- Binnencirkel
- Appendicitis
- Cholecystitis
- Darmperforatie
- AMI
- Tumor
- EUG
- PID
- Buitencirkel
- Endometriose
- Menstruatiepijn
- Buikgriep
- UWI
- Cystits
- Niersteen
- Vragen
- Koorts
- Bloed in stoelgang, vermageren (tumor)
- Misselijkheid, diarree (gastro-enteritis)
- Bewegingsdrang (koliek)
- Klachten verminderen door voedsel (ulcus)
- Buikpijn vlak of na maaltijd (angina abdominalis)
- Frequente pijnlijke mictie (UWI)
- Binnencirkel
-
Oorpijn
- Binnencirkel
- Tonsillitis
- Carcinoom
- Mastoiditis
- Meningitis
- Buitencirkel
- Otitis media
- OME
- Trauma
- Vragen
- Pijn zeurend karakter (gerefereerde oorpijn tumor)
- Stijve nek
- Geluid/druk/klap (trauma)
- Recent BLWI (oorontsteking)
- Binnencirkel
-
Zuurbranden
-
Binnencirkel
- Carcinoom
- Hernia diafragmatica
- Maagulcus
-
Buitencirkel
-
Vragen
- Misselijk
- Verminderde eetlust
- Bloed braken
-
-
Keelpijn
- Binnencirkel
- Keeltumor
- Abcesvorming
- Ontsteking schildklier
- Bloedarmoede
- Buitencirkel
- COVID
- Verkoudheid
- Griep
- Tonsillitis
- Keelontsteking
- Laryngitis
- Vragen
- Risicocontact (covid)
- Koorts (ontsteking)
- Slikklachten (infiltraat, abces)
- Hoofdpijn
- Gewichtsverlies (tumor - ook duur)
- Huiduitslag (roodvonk)
- Heesheid (laryngitis)
- Hoesten, neusverkoudheid (virale ontsteking)
- Binnencirkel
-
Verkoudheid
- Binnencirkel
- Tumor
- Immuunstoornis
- Buitencirkel
- Allergische rhinitis
- Neuspoliep
- Corpus alienum
- Luchtweginfectie
- Vragen
- Binnencirkel
Master 1
-
Pijn op de borst
-
Binnencirkel
- ACS (instabiele angor)
- (N)STEMI
- Hartfalen
- Ritmestoornissen
- Aortadissectie
- Pneumonie
- Pericarditis
- Longembool
- Pneumothorax
- Pneumonie
- Maagulcus
-
Buitencirkel
- Angina pectoris
- Musculoskeletaal
- Aortaklepstenose
- GER/oesofagitis
- Pleuritis
- Slokdarmspasme
- Herpes zoster
- Hyperventilatie/paniekaanval
- Tracheobronchtis
-
Anamnese
W aar? DIEP OF OPPERVLAKKIG
- Retrosternaal (cardiaal, oesophagus)
- Lateraal (musculoskeletaal, pneumothorax, longembool, pneumonie)
Uitstraling?
- AMI (schouder, arm, kaak, epigastrisch)
- Aortadissectie (scheurende pijn naar rug)
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- Plots (AMI, longembool, pneumothorax, aortadissectie)
- Langere periode (chronisch hartfalen)
- Opkomend na inspanning, maaltijd (angina pectoris)
- AH-gebonden? (pulmonaal)
- ‘s nachts? (hartfalen)
K waliteit
- Drukkend (AMI)
- Scherp, stekend (pericarditis, musculoskeletaal)
- Brandend (GERD, peptisch ulcus)
- Scheurend (aortadissectie)
- Beklemmend (angor)
- Drukpijn (musculoskeletaal)
V erzwarende/verminderende factoren?
- Erger bij liggen/vooroverbuigen (GER)
- Beter bij vooroverbuigen (pericarditis)
- Inspanning, eten, emoties (angina pectoris)
- Beter in rust/erger bij inspanning (angina pectoris)
- Beter na eten (maagulcus)
- Heeft u zelf al iets genomen om de pijn te verzachten?
V erwante klachten
- Blaasjes op de huid, rode huid (herpes zoster)
- Zweten, klamme handen (AMI)
- Tintelingen rond mond of handen (AMI)
- Hartkloppingen, oorsuizen, tintelingen (hyperventilatie)
- Hoesten
- Vooral ‘s nachts (hartfalen)
- Bloed (longembool/longca)
- Slijmen (pneumonie)
- Dyspneu (hartfalen, longembool, pneumothorax)
- Gezwollen enkels (hartfalen)
- Koorts (pneumonie, pericarditis)
- Zure oprispingen (GER)
- Vermoeidheid, duizeligheid (anemie)
Usus
- Roken
- Alcohol
- Medicatie (de pil?)
- Koffie
- Drugs (pericarditis)
Persoonlijke voorgeschiedenis
- Levensstijl in het algemeen
- Vroeger longembool of paniekaanval gehad?
- Telkens bij zelfde inspanning (angina pectoris)
- Gekend met bepaalde hart- en vaatziekte?
- Recent ziek geweest
Familiale anamnese
- Mensen in familie met dezelfde klachten
- Mensen in familie met hart- en vaatlijden
-
Klinisch onderzoek
Inspectie
- Stuwing v. jugularis
- Zwelling enkels (hartfalen)
- Rood, gezwollen been?
- Blaasje, rode huid
Lokale drukpijn (musculoskeletaal)
Hartausculatie (ritmestoornis, aortaklepstenose (systolisch geruis), hartfalen (gallopritme)
Longauscultatie (pneumothorax (verminderd ademgeruis), pneumonie (crepitaties)
Bloedafname (troponines, d-dimeren, pro-bnp)
EKG
Rx (pneumothorax, pneumonie)
CT (hoog risico longembool, aortadissectie)
-
Uitleg & behandeling
-
Stabiele angor
-
Uitleg
De hartspier heeft zuurstof nodig om goed te werken. De hartspier krijgt die zuurstof via bloedvaten die aan de buitenkant van het hart liggen. Deze heten de kransslagaderen.
Hartkramp komt doordat zo'n bloedvat nauwer is geworden (vaak door aderverkalking). Dit heeft te maken met bijvoorbeeld ouder worden, roken, ongezond eten, weinig bewegen en erfelijkheid. Door vernauwde bloedvaten kan minder bloed stromen. Er kan dus ook minder zuurstof in de hartspier komen.
Dit merkt u pas als het hart even wat harder moet werken. Bijvoorbeeld als u actief beweegt, de trap op loopt of sport. U kunt het ook merken als u opeens veel stress heeft of van de warmte in de kou komt. Hierbij heeft het hart extra zuurstof nodig. Maar het hart krijgt dit niet. Dit geeft het drukkende, benauwde gevoel op de borst.
-
Behandeling
Algemeen
Gezond leven is belangrijk om uw bloedvaten goed open te houden. Dit houdt in:
- Veel bewegen
- Rookstop
- Dieet
Dagelijks een bloedverdunner (salicylaat en statine)
Een nitraatpilletje voor onder de tong stopt een aaval. Zorg zeker dat u deze altijd bij u heeft
Correctie evenwicht bloedtoever en zuurstof verbruik door betablokker (alternatief 1ste keus Ca-antagonist)
Doorverwijzen naar cardioloog
Indien geen effect van nitraten, dyspneu, moeheid, syncope, zweten, klam aanvoelen, nausea, NEEM CONTACT OP
Hoog risico of invaliderende klachten
- Revascularisatie (percutaan of heelkundig)
-
-
Longembool
-
Uitleg
Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen. Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen. Een stukje van de longen krijgt dan geen bloed meer en werkt niet meer goed. Soms kan een stukje long hierdoor doodgaan. Zo begint u dan sneller te ademen en doet ademen pijn. Soms hoest u bloed en slijm op.
Meestal ontstaat een bloedpropje in een been. Dit heet een trombosebeen. Als zo'n bloedpropje loslaat, stroomt het met uw bloed naar uw hart. Daarna stroomt het door naar uw longen. Daar kan het in een bloedvat blijven vastzitten.
-
Behandeling
Doorsturen naar ziekenhuis. Ze gaan d-dimeer bloed test doen en CPTA. In het ziekenhuis zal u bloedverdunners krijgen die u dan ook een paar maanden zal moeten blijven nemen
Bloedverdunners: NOAC (LMWH bij ZS, maligniteit, hoog bloedingsrisico, uitgesproken obesitas)
Indien kortademigheid, hypotensie, tachypneu, NEEM CONTACT OP
-
-
Hartfalen
-
Uitleg
Bij hartfalen pompt uw hart minder goed. Uw bloed wordt minder goed door uw lichaam gepompt. De organen en spieren in uw lichaam krijgen daardoor minder bloed. En dus ook minder zuurstof en minder voeding uit het bloed. Dit verklaart waarom u snel moe wordt als u zich inspant en u snel buiten adem en benauwd voelt.
Omdat er minder bloed rond gepompt wordt, raken de bloedvaten vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
-
Behandeling
Hartfalen is meestal NIET te genezen
U kunt zelf wel veel doen met:
- Gezond eten (weinig zout)
- Regelmatig bewegen
- Vermageren (indien overgewicht)
- Rook- en alcoholstop
- Vochtinname beperken (streefdoel 1-1,5l/d)
(Bij vrouwen: aantal contraceptiva kunnen vochtopstapeling in de hand werken en enkele gnm kunnen niet tijdens ZS worden en genomen en ZS zal zelf ook een enorme belasting zijn)
U krijgt ook medicijnen tegen de klachten (onderhoudsbehandeling): ACE-I, betablokkers, MRA, SGLT2-inhibitoren en diuretica
Doorverwijzen naar cardioloog
Indien dyspneu of andere tekens van overvulling (oedeem, snelle gewichtstoename, niet of weinig plassen), NEEM CONTACT OP
-
-
AMI - (N)STEMI
-
Uitleg
De hartspier heeft zuurstof nodig om goed te werken. Bloed brengt zuurstof naar de hartspier. Het bloed stroomt door bloedvaten die aan de buitenkant van het hart liggen. Deze bloedvaten heten kransslagaders.
Soms zit een van de kransslagaders voor een deel of helemaal dicht. Dit komt meestal doordat er een bloedprop in zit. Dan kan er te weinig bloed met zuurstof bij een deel van het hart komen. In dat deel van de hartspier gaan cellen kapot. Daardoor werkt de hartspier minder goed. Dit is een hartaanval (hartinfarct).
-
Behandeling
Doorverwijzen naar spoed, ik zal de 112 bellen maar heeft u graag al wat informatie over wat er allemaal zal gebeuren
Daarna krijgt u meestal een coronaire interventie om de obstructie weg te halen
Daar krijgt u medicijnen en adviezen om een nieuwe hartaanval te voorkomen, aangezien u risico op een nieuw hartaanval nu groter is (salicylaat, ticagrelor, heparine, betablokkers, niraten statines, revalidatieprogramma en adviezen om gezond te leven)
De eerste maanden na een hartaanval komt u geregeld terug voor controles bij de hartspecialist
-
-
Pneumothorax
-
Uitleg
Om uw longen zit een vlies (longvlies). En aan de binnenkant van uw borstkas zit ook een vlies (borstkasvlies). Deze 2 vliezen zitten strak tegen elkaar aan. Er zit alleen een dun laagje vocht tussen. Zo kunnen de longen goed met de borstkas meebewegen als u ademt.
Soms ontstaat een lek in het longvlies. Hierdoor komt er lucht tussen het longvlies en het borstkasvlies. De vliezen raken los van elkaar. De long kan dan inklappen, als een lekke band. Dit is een klaplong. Met die long kunt u niet meer goed ademen.
-
Behandeling
-
Een klaplong gaat soms vanzelf over zonder behandeling, afwachten (MET PIJNSTILLING)
-
Indien een behandeling nodig is, zijn er verschillende behandelingen mogelijk:
Enkelvoudige aspiratie
Thoraxdrain
Heelkunde, kijkoperatie
-
U mag na een klaplong 6 weken niet vliegen, niet duiken en rookstop
Bij uitgesproken kortademigheid, blauwverkleuring, tachypneu of hypotensie, neem contact op
-
-
-
-
-
Hartkloppingen
-
Binnencirkel
- VT/VF
- Supraventriculaire ritmestoornissen
- ACS
- Geleidingsstoornis
- Atriale fibrillatie
-
Buitencirkel
- Usus/medicatie
- Extrasystole
- Klepafwijking
- Hyperventilatie/angst
- Feochromocytoma
- Hyperthyreoide
- Koorts/infectie
- Anemie
- Zwangerschap
-
Anamnese
W anneer?
- Continu aanwezig (vkf, sinustachycardie) of aanvalsgewijs
K waliteit
- Heb je het gevoel dat je hart een extra slag doet (extrasystole)
- Nabootsen met hand op tafel het ritme
- Snel of traag ritme
- (on)regelmatig ritme
V erzwarende/verlichtende factoren
- Inspanning, rust?
- Kan de aanval gestopt worden met vagale stimulering (bijna altijd av-knoop verantwoordelijk)
V erwante klachten?
- Ook pijn op de borst en ev uitstralingspijn? (ACS)
- Koorts?
- Gewichtsverlies, zweten, trillen (hyperthyreoidie, feochromocytoma)
- Kortademigheid, moeheid, slap, duizelig (anemie)
- Polyurie (bij supracentriculaire ritmestoornissen)
- Heeft u al medicatie gepakt hiertegen
Usus
- Rookt u? Heeft u ooit gerookt?
- Medicatiegebruik
- Koffie/thee/drugs
Persoonlijke voorgeschiedenis
- Diabetes? Teveel insuline gespoten/onvoldoende gegeten/meer verbruik (hypoglycemie)
- Beroep/hobby (sporthart)
Familiale anamnese
- Acute hartdood of gelijkaardige klachten in de familie
-
Klinisch onderzoek
Inspectie
- Cyanose
- Bleek uitzicht (anemie)
- Oedeem (hartfalen)
Vitale parameters
- Koorts
- Pols (frequentie, regelmatig?)
- Bloeddruk
- Saturatie
Hartauscultatie
- Souffles, geruis?
Longauscultatie
- AH-frequentie
EKG
Labo
- Hb bij verdenking anemie
- TSH bij verdenking hyperthyreoïdie
- Glusoce bij verdenking hypoglycemie
-
Uitleg & behandeling
- VKF
-
Uitleg
Het hart klopt in een bepaald ritme: als u rustig zit meestal met 60 tot 90 slagen per minuut. Als u zich inspant, klopt uw hart sneller.
Soms klopt het hart te snel of onregelmatig. Dan kan er sprake zijn van een hartritmestoornis. Atriumfibrilleren is zo’n hartritmestoornis. Bij atriumfibrilleren klopt het hart onregelmatig en meestal sneller, vaak met meer dan 100 slagen per minuut, terwijl u zich niet eens inspant.
-
Behandeling
<48u ontstaan
- Direct doorverwijzen naar spoed voor cardioversie
- Oorzaak achterhalen
- Beta-blokker geven om ventriculaire respons te controleren
48u ontstaan
- Eerst 3 weken anticoagulantia en beta-blokkers (want risico op klonters)
- Daarna cardioversie (waarbij antico’s worden aangehouden)
Al heel lang
- NOAC + ritmecontrole (amiodarone/ablatie) of rate controle (beta-blokker)
ALTIJD
- Risicofactoren aanpakken (hypertensie, alcohol, obesitas, onderliggende aandoening)
Contact opnemen als:
- Rood, pijnlijk, zwelling been (DVT)
- Gezichtsverlamming, arm niet meer kunnen opheffen, verstoorde spraak (CVA)
- Pijn op de borst, uitstraling naar linker arm (AMI)
-
- VKF
-
-
Pijn in de benen
-
Binnencirkel
- Kritische lidmaat ischemie
- DVT
- Compartimentsyndroom
- Necrotiserende fasciitis
- Erisypelas
- Cellulitis
- Fractuur
- Osteomyelitis
- Acutae arteriële thrombose/embolie
-
Buitencirkel
- Neuropathie
- Spierpijn
- Tendinitis
- Arthrose
- Groeipijn
- Veneuze insufficiëntie
- Wervelkanaalstenose
- Lumbosacrale radiculaire pathologie
- Claudicatio intermittens
-
Anamnese
W aar?
Kuit (meest kenmerkende locatie DVT)
Uitstraling?
Lage rugpijn (lumbosacraal radiculair syndroom)
Pijn gebonden aan een dermatoom (wervelkanaalstenose)
W anneer? Wat is de evolutie van de episodes van pijn? Hoe snel verdwijnen de klachten
Langzaam progressief? (perifeer arterieel vaatlijden)
Nachtelijke pijn?
Pijn in rust?
K waliteit?
Hevige scherpe pijn? (acute arteriële afsluiting)
Krampende pijn (claudicatio intermittens)
Schietende, ‘electrische pijn’ (zenuwaandoeningen)
Zwaar gevoel (veneuze insufficiëntie)
K wantiteit?
Schaal van 1-10
V erzwarende/verzachtende factoren?
Verergert bij lopen, vermindert bij stilstaan (claudicatio intermittens)
Verergert bij zitten (piriformissyndroom)
Heeft u zelf al iets gepakt tegen de pijn?
V erwante klachten?
Zwelling en erytheem (DVT)
Scherp omschreven, glanzend erytheem (erysipelas)
Koude voeten (perifeer arterieel vaatlijden)
Koorts?
Vermoeidheid, malaise, vermagering (botneoplasma)
Persoonlijke voorgeschiedenis?
Lange immobilisatie (vliegtuigreis bv), onlangs geopereerd (DVT)
Onlangs gevallen (fractuur)
Familiale anamnese?
Personen in de familie met cardiovasculaire klachten
Usus
Cardovasculaire risicofactoren:
Roken, diabetes, hypertensie, hyperlipemie
Medicatie?
-
Klinisch onderzoek
- Inspectie
- Kleur
- Zwelling
- Palpatie
- Warm of koud
- Perifere pulsaties
- Capilaire refill
- Bloeddruk en polsfrequentie bilateraal
- EA index ev
- Elevatietest
- Lasègue, Bragard voor neurogene claudicatio (spinaalkanaalstenose, ischalgie, andere zenuwcompressie)
- Stemvorkproef (perifere neuropathie)
- Duplex (niet comprimeerbare vene, afwezige flow → DVT)
- Inspectie
-
Uitleg & behandeling
-
DVT
-
Uitleg
Bij trombose wordt het bloed te snel dik. Er ontstaat dan een bloedklont in een bloedvat (ader), terwijl dat niet nodig is.
Normaal wordt bloed dikker als er bijvoorbeeld een wondje is. Zo ontstaan klontjes. Die zorgen ervoor dat het wondje dicht gaat. Er kunnen wondjes in uw huid komen, maar ook in een ader. De klontjes worden weer opgeruimd als ze niet meer nodig zijn. Bij trombose wordt de klont in het bloed niet goed opgeruimd.
Door een ader stroomt het bloed vanaf bijvoorbeeld uw been of arm terug naar uw hart. Bij een thrombose kan dat bloedvat dicht gaan zitten. Uw bloed kan dan niet meer goed terugstromen van uw onderbeen naar boven, richting uw hart. Daardoor kan het onderbeen dik worden en pijn doen.
-
Behandeling
Cardiovasculaire risicofactoren aanpakken
Steunkousen
Bloedverdunner DOAC
Neem contact op als je kortademig wordt, je bloed ophoest, ademen pijn doet of je sneller begint te ademen dan normaal.
-
-
Claudicatio intermittens
-
Uitleg
Etalagebenen is een vaatziekte: de slagaderen in het been zijn vernauwd.
Met de jaren worden de slagaderen bij iedereen wat nauwer. Slagadervernauwing is dan ook een natuurlijk verouderingsproces. Dit proces begint al op jonge leeftijd, ongeveer vanaf het 20e levensjaar. Slechte voeding, roken, erfelijke aanleg en te weinig bewegen versnellen de slagadervernauwing.
Slagaderen zijn bloedvaten die zuurstofrijk bloed vervoeren. Tijdens het lopen hebben de beenspieren extra zuurstof nodig. De slagaderen brengen het zuurstofrijke bloed naar uw been.
Wanneer u een eindje gaat lopen, krijgen de beenspieren te weinig zuurstof door de nauwe slagaderen. Daardoor krijgt u pijn in uw been. Als u dan even stilstaat, komen de spieren tot rust. De bloedstroom kan dan zuurstof aanvullen. Daardoor verdwijnt de pijn.
Omdat mensen vaak even voor een winkelruit staan tot de pijn minder is, noemen we het ‘etalagebenen’. De medische naam voor etalagebenen is claudicatio intermittens.
-
Behandeling
Niet medicamenteus:
- Rookstop
- Gezonde voeding en beweging
Medicamenteus:
- Looptraining (doorverwijzen naar fysiotherapeut)
- Aspirines, statines
Neem contact op
- als u plotseling heftige pijn in uw been krijgt
- als het been bleek en koud wordt en doof aanvoelt
- als uw been opeens kracht verliest.
-
-
-
-
Hoesten
-
Binnencirkel
- COPD exacerbatie
- Kinkhoest
- COVID-19
- Bronchuscarcinoom
- Sarcoïdose
- Longmetastase
- Bronchiëctasie
- Aspiratie (corpus alienum)
- TBC (koorts, vermagering, zweten)
- Asthma (nachtelijk, BHR, uitlokkende factor?)
- COPD (roken)
- Chronische bronchitis
-
Buitencirkel
- BLWI
- GER (houdingsgebonden?)
- ACE-I (recent medicatie opgestart?)
- Allergische rhinitis
- Bacteriële sinusitis
- Acute bronchitis
- Postinfectieuze hoest
- Postnasale drip syndroom
- Psychogeen
-
Anamnese
W anneer begonnen? Hoe geëvolueerd?
- Plots → Infectieus, longembool
- Chronisch → asthma, copd, GER, roken, hartfalen, longca..
In welke omstandigheden zijn de klachten ontstaan/ontstaan de klachten
- Nachtelijke hoest? → hartfalen, asthma
- Uitgelokt door bepaalde voedingsmiddelen → GER
- Prikkelende stoffen, koude lucht, fijn stof?
- Corpus alienum?
- Ademhalingsgebonden (pleuritis)
K wantiteit? Hoe vaak moet je hoesten? Is dit vaker in bepaalde omstandigheden
K waliteit? Wat voor hoest is het?
-
Blaffend karakter?
- Kinkhoest
-
Productieve hoest
- Ontsteking
-
Droge hoest of veel slijmen?
- Indien slijmen, welke kleur, geur…
-
Hemoptoe
- Bronchitis
- Longcarcinoom
-
Pijn bij het hoesten?
- Pneumonie
- Pleuritis
- Longembool
V erzachtende of verzwarende factoren?
- Erger in liggende houding? (hartfalen)
- Beroep, hobby (asthma)
V erwante klachten?
- Zuurbranden (GER)
- Koorts, rillingen (infectieus)
- Niezen, snotteren, loopneus/verstopte neus
- Slijmen, sputa? Kleur? Aspect (mucoid → astma / purulent / mucopurulent)
- Hemoptoe?
- Kortademig? (pneumothorax, pneumonie, covid, hartfalen)
- Langdurende algemene malaise, slechte eetlust, moeheid (maligniteit)
- Piepende ademhaling? (asthma)
- Gekende allergiën? Eczeem als kind?
- Pijn op de borst?
- Huiduitslag (allergisch asthma?)
- Nachtelijk zweten (TBC, maligniteit)
- Keel- of slikpijn
U sus
- Roken (COPD, longcarcinoom)
- Medicatie (ACE-I → eindigt op pril)
- De pil
- Zelf al iets geprobeerd om het beter te maken? Heeft dat geholpen?
Voorgeschiedenis
- Recente ingreep of lange vliegtuigreis? (longembool)
- Onlangs gereisd (TBC?)
- Onlangs contact gehad met iemand die mogelijks besmet was met covid?
- Als kind last gehad van allergiën, asthma of eczeem
Familiale anamnese
- Mensen in de omgeving met dezelfde klachten?
- Ouders gekend met asthma of allergiën
-
Klinisch onderzoek
Inspectie
- Algemeen beeld (verwardheid/sufheid, malaise)
- Stuwing jugularis
- Gezwollen enkels (hartfalen)
- Cyanose
- Gebruik van hulpademhalingsspieren
Longauscultatie
- AH frequentie
- Longgeluiden
-
Verminderd ademgeruis (atelectase, pleuravocht, pneumothorax)
-
Bronchiaal ademgeruis (consolidatie, bv lobaire pneumonie)
-
Bijgeruizen
- Fijne crepitaties (longfibrose, consolidatie)
- Grove crepitaties (bronchiëctasie)
- Expiratoire wheezing, verlengd expirium (asthma, COPD)
- Inspiratoire stridor (hoge luchtwegobstructie)
-
Percussie
- Zeer dof, sterk gedempt (pleuravocht)
- Dof, gedempt (consolidatie, atelectase)
- Hypersonoor (pneumothorax)
Hartauscultatie
Temperatuur meten
NKO-onderzoek
- Rhinoscopia anterior (CAVE posterieure neusbloeding)
Piekstroom, spirometrie, allergietesten
Labo: infectieuze parameters, BNP (hartfalen), alfa-1-antitrypsine deficiëntie (COPD)
Bij asthma en COPD zal klinisch onderzoek meestal normaal zijn
Eventueel doorverwijzen
- Rx (pneumonie, hartfalen)
- Bij roker >40j, steeds RX
- Echocardiografie (hartfalen)
- CT (hoog risico longembool)
-
Uitleg & behandeling
-
Pneumonie
-
Uitleg
Als u inademt gaat er lucht door een buis naar uw longen. Die buis heet de luchtpijp. Aan het eind splitst die zich in steeds kleinere buisjes (longbuisjes). Onder aan die buisjes zitten longblaasjes. De zuurstof in de lucht die u inademt, gaat vanuit de longblaasjes in uw bloed.
Bij een longontsteking zijn de kleinere longbuisjes en de longblaasjes ontstoken.
-
Behandeling
Amoxycyline1g, 3x/d PO, 5 - 7 dagen
Bij niet-IgE-gemedieerde allergie, cefuroxime
Bij IgE-gemedieerde allergie, moxifloxacine
Koorts zal normaal minderen 2-3 dagen na medicatie
Bij hevige pijn, eventueel paracetamol
Hoestmiddelen en drankjes die u bij de apotheek kunt kopen, helpen niet tegen hoest of slijm. De longontsteking gaat er ook niet sneller van over.
Als je zieker wordt of tekenen van kortademigheid krijgt, neem zeker contact op
-
-
COPD
-
Uitleg
- Als u rookt, ademt u rookdeeltjes in. Deze komen via de longbuisjes bij de longblaasjes.
- Deze rookdeeltjes zorgen dat uw longen altijd een beetje ontstoken zijn. De longbuisjes worden smaller (nauwer) en er komt meer slijm.
- Hierdoor komt er schade in de longbuisjes en longblaasjes. Bij COPD gaat deze schade niet meer weg. Uw longen gaan hierdoor minder goed werken. De longblaasjes kunnen minder zuurstof opnemen in uw lichaam. U krijgt vaak last van hoesten, benauwdheid en slijm ophoesten.
-
Behandeling> [!important]
Er zijn medicijnen die de klachten kunnen verminderen bij COPD, maar deze zullen de longen NIET genezen. Het meest waardevolle dat u zelf kan doen voor u longen is stoppen met roken
Niet medicamenteus:
- Stoppen met roken (rookstoppoli)
- Bewegen (respiratoire revalidatie)
- Gezond eten
Medicamenteus:
Indien 0-1 exacerbaties, geen hospitalisatie (PUUR COPD)
- LAMA (+ LABA)
- Breezhaler ultibro
- 1 x p.d., 1 dosis
- GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN
Meer exacerbaties of hospitalisatie
- LABA + ICS
- LABA + LAMA + ICS
- Afhankelijk van voldoende inspiratoire flow, voldoende coördinatie → pMDI, DPI, voorzetkamer
Vaccinaties:
- Influenza
- Covid 19
- Pneumococcen
Als je toenemende kortademigheid, toename van sputum kan dit een teken zijn van een longaanval. Neem direct contact op met ons dan!
(bij een acute exacerbatie geef je SABA/SAMA, systemische corticosteroïden en indien nodig AB en zuurstoftherapie)
-
-
Asthma
-
Uitleg
- Normaal zijn deze buisjes wijd genoeg om makkelijk in en uit te ademen.
- Bij asthma zijn de longen overgevoelig. Bij sommige prikkels trekken de spiertjes rond de longbuisjes samen. Daardoor worden ze nauw. Er kan minder lucht doorheen, u ademt moeilijker en u wordt benauwd.
- Het slijmvlies aan de binnenkant van de longbuisjes raakt ontstoken, wordt dikker en er komt meer slijm. Daardoor is er in de buisjes minder ruimte om te ademen.
-
Behandeling
Informatie & educatie patiënt
- Het kan zijn dat u bij meer bewegen of sporten benauwd wordt. Toch is bewegen heel belangrijk. Juist bij astma moet u zorgen dat u fit blijft.
- Afvallen is aangeraden aangezien overgewicht maakt de behandeling van astma namelijk moeilijker.
- Noodzaak van medicatie te pakken. Het is niet omdat uw klachten voorbij zijn dat u de medicatie kan stoppen.
Vermijden oorzakelijke factoren
- Rookstop
- Allergie tegen huisstofmijt of huisdier
Medicamenteuze behandeling
- Lage dosis ICS-formoterol
- Symbicort- of Inuvair dosisaërosol
- 2 x d.d., 1 à 2 puffs
- Initieel indien nodig, in een later stadium een lage dosis
- Indien je een longaanval krijgt neem snel 2 puffs
- GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN
Vaccinatie
- Griep
Als je de puffer meer dan 2x/w nodig hebt, ‘s nachts vaak klachten hebt, of in het algemeen merkt dat de klachten erger worden/medicatie niet aanslaat neem contact op
-
-
GER
Dieet
- Vermijden koffie, soft drinks, alcohol
- Vermageren
- Niet ‘s avonds laat eten
Rookstop
Levensstijl aanpassen
- Geen spannende kleren
- Hoofduiteinde van het bed verhogen
Medicamenteuze behandeling
- PPI
- Prokinetica
-
Bronchiëctasie
Ademhalingskinetherapie
Houdingsdrainage
Ab bij surinfectie
Pneumokokken- en griepvaccin
-
Postinfectieuze hoest
Spontane genezing zonder therapie
-
-
-
Kortademigheid
-
Binnencirkel
- Hartfalen
- Pneumonie
- Laryngitis/epiglottitis
- Allergische reactie
- Anemie
- Atelectase
- Asthma
- COPD
- Longembool
- Pneumothorax
- CZS (tumor, infectie)
-
Buitencirkel
- BLWI
- Zwangerschap
- Hyperventilatie
- Fibrose
- Bronchitis
-
Anamnese
W anneer begonnen en verloop sindsdien? In welke omstandigheden zijn de klachten ontstaan/ontstaan de klachten meestal?
- Plots (longembool, pneumothorax, exacerbatie)
- Langer dan 14d (asthma/copd, hartfalen, longtumor)
- Inspanningsgebonden (hartfalen, asthma/COPD)
- Dyspneu tijdens of na inspanning!
- ‘s nachts (hartfalen, asthma)
- Na contact met dieren, tabaksrook, koude lucht, fijn stof… (allergisch asthma)
K waliteit? Hoe ernstig is de kortademigheid?
- Dyspneu in rust? Bij inspanning? bij zware isnpanning?
- Ademhalingsgebonden (pleuritis)
V erzwarende/verzachtende factoren?
- Heb je zelf al iets geprobeerd om het te verbeteren
Verwante klachten
- Koorts, slijmen (infectieus) (pneumonie)
- Mensen in de buurt met dezelfde klachten (infectieus)
- Piepende ademhaling en hoesten (asthma, copd)
- Gekende allergiën, eczeem als kind, uitlokkende factoren, huisdieren (asthma)
- Gezwollen enkels, verminderd inspanningsvermogen (hartfalen)
- Hoesten
- ‘s nachts (asthma, hartfalen)
- Hemoptoe (longembool, longtumor)
- Vermagering, anorexie (longtumor)
- Tintelingen rond mond, handen, hartkloppingen, zweten, bleekheid (paniek/hyperventilatie)
- Vermoeidheid, duizeligheid, hoodfpijn (anemie)
- Pijn op de borst (ami)
Usus
- Roken (maligniteit/copd)
- Medicatie (de pil)
- Alcohol
- Neusspray (atelectase door neusspray)
Persoonlijke voorgeschiedenis
- Nogal eens gehad?
- Onlangs ingreep gehad? (longembool)
- Lange immobilisatie (vliegtuigreis) (longembool)
- Beroep/hobbies
Familiale anamnese
- Mensen in familie met gekende hartziekten
- Mensen in familie met gelijkaardige klachten
- Ouders gekend met asthma of allergiën
-
Klinisch onderzoek
Inspectie
- Cyanose
- Gebruik van hulpademhalingsspieren, neusvleugelen
- Gezwollen enkels
- V. jugularis stuwing
- AH frequentie
Pols
- Hartfrequentie
- Ritme regelmatig?
Longauscultatie en percussie
- Verlengd expirium, piepen (asthma/copd)
- Crepitaties (hartfalen, pneumonie)
- Afwezig ademgeruis (pneumothorax)
Hartauscultatie
- Gallopritme (hartfalen)
Bloedafname
- Hb, Hct, ijzerstatus
- WBC, CRP, sedimentatie
- BNP
- Allergie
Piekstroommeting (+ ev spirometrie)
Rx
- Pneumonie
- Hartfalen
CT
- Longembool
Echocardiografie
- Hartfalen
-
Uitleg & behandeling
-
COPD
-
Uitleg
- Als u rookt, ademt u rookdeeltjes in. Deze komen via de longbuisjes bij de longblaasjes.
- Deze rookdeeltjes zorgen dat uw longen altijd een beetje ontstoken zijn. De longbuisjes worden smaller (nauwer) en er komt meer slijm.
- Hierdoor komt er schade in de longbuisjes en longblaasjes. Bij COPD gaat deze schade niet meer weg. Uw longen gaan hierdoor minder goed werken. De longblaasjes kunnen minder zuurstof opnemen in uw lichaam. U krijgt vaak last van hoesten, benauwdheid en slijm ophoesten.
-
Behandeling> [!important]
Er zijn medicijnen die de klachten kunnen verminderen bij COPD, maar deze zullen de longen NIET genezen. Het meest waardevolle dat u zelf kan doen voor u longen is stoppen met roken
Niet medicamenteus:
- Stoppen met roken (rookstoppoli)
- Bewegen (respiratoire revalidatie)
- Gezond eten
Medicamenteus:
Indien 0-1 exacerbaties, geen hospitalisatie (PUUR COPD)
- LAMA (+ LABA)
- Breezhaler ultibro
- 1 x p.d., 1 dosis
- GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN
Meer exacerbaties of hospitalisatie
- LABA + ICS
- LABA + LAMA + ICS
- Afhankelijk van voldoende inspiratoire flow, voldoende coördinatie → pMDI, DPI, voorzetkamer
Vaccinaties:
- Influenza
- Covid 19
- Pneumococcen
Als je toenemende kortademigheid, toename van sputum kan dit een teken zijn van een longaanval. Neem direct contact op met ons dan!
(bij een acute exacerbatie geef je SABA/SAMA, systemische corticosteroïden en indien nodig AB en zuurstoftherapie)
-
-
Asthma
-
Uitleg
- Normaal zijn deze buisjes wijd genoeg om makkelijk in en uit te ademen.
- Bij asthma zijn de longen overgevoelig. Bij sommige prikkels trekken de spiertjes rond de longbuisjes samen. Daardoor worden ze nauw. Er kan minder lucht doorheen, u ademt moeilijker en u wordt benauwd.
- Het slijmvlies aan de binnenkant van de longbuisjes raakt ontstoken, wordt dikker en er komt meer slijm. Daardoor is er in de buisjes minder ruimte om te ademen.
-
Behandeling
Informatie & educatie patiënt
- Het kan zijn dat u bij meer bewegen of sporten benauwd wordt. Toch is bewegen heel belangrijk. Juist bij astma moet u zorgen dat u fit blijft.
- Afvallen is aangeraden aangezien overgewicht maakt de behandeling van astma namelijk moeilijker.
- Noodzaak van medicatie te pakken. Het is niet omdat uw klachten voorbij zijn dat u de medicatie kan stoppen.
Vermijden oorzakelijke factoren
- Rookstop
- Allergie tegen huisstofmijt of huisdier
Medicamenteuze behandeling
- Lage dosis ICS-formoterol
- Symbicort- of Inuvair dosisaërosol
- 2 x d.d., 1 à 2 puffs
- Initieel indien nodig, in een later stadium een lage dosis
- Indien je een longaanval krijgt neem snel 2 puffs
- GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN
Vaccinatie
- Griep
Als je de puffer meer dan 2x/w nodig hebt, ‘s nachts vaak klachten hebt, of in het algemeen merkt dat de klachten erger worden/medicatie niet aanslaat neem contact op
-
-
Anemie
-
Uitleg
Bloedarmoede betekent dat er te weinig hemoglobine (Hb) in uw bloed zit.
Hemoglobine brengt zuurstof van uw longen naar alle cellen van het lichaam. Minder zuurstof in het lichaam zorgt voor de klachten bij bloedarmoede.
-
Behandeling
Bij vrouwen met hevige menstruaties (hormoonspiraal of pil)
Indien te weinig ijzer (voedingsadvies en ijzerpillen)
50j, vaak door maag- of darmziekte en dient de oorzaak behandeld te worden, in combinatie met IV ijzer en EPO
Alarmsymptomen zijn:
- Ernstig ziek zijn
- Uitblijvend herstel ondanks adequate behandeling
-
-
-
-
Flankpijn
-
Binnencirkel
- Miltinfarct
- Hepatitis
- Cholesystis
- Cholangitis
- Ovariumcyste
- Nefrolithiasis
- Ingeklemde hernia
- Appendicitis
- EUG (onregelmatig bloedverlies, pijn, gestegen HCG)
- Follikelbloeding
-
Buitencirkel
-
Anamnese
W aar?
- Flanken (nefro/urolithiasis, pyelonefritis)
- Verplaatsing pijn (appendicitis)
Uitstraling?
- Schouder (cholecystitis (rechterschouder via diafragmaprikkeling)
- Rug (galstenen, ulcus, pancreatitis, aneurysma)
- Lies (nefrolithiasis)
W anneer begonnen? Hoe geëvolueerd sindsdien? In welke omstandigheden ontstaan?
- Hyperacuut: perforatie, aneurysma, koliek
- Subacuut: appendicitis, diverticulitis, pancreatitis, pyelonephritis, gastro-enteritis, PID, cystitis
- Chronisch of recidiverend: IBS, obstipatie, inflammatoir darmlijden, CRC, chronische UWI, endometriose, myoom
- Maandelijkse recidieven: IBS, Crohn, endometriose
K wantiteit?
Pijn constant? Aanvalsgewijs met pijnvrije periodes (koliekpijn)
K waliteit
-
Schaal van 1-10
-
Soort pijn
- Scherp, stekend (peritoneale prikeling)
- Diffuse, krampende pijn (IBS, gastro-enteritis)
V erzwarende/ verzachtende factoren
- Bewegingsdrang (koliekpijn)
- Pijn bij bewegen, hoesten (peritoneale prikkeling)
- Beter na eten (ulcus)
- Slechter na eten (galsteen)
- Beter na stoelgang (IBS, obstipatie)
- Beter in voorovergebogen houding (pancreatitis)
- Uitgelokt na maaltijd (angor abdominalis)
V erwante klachten
- Koorts? (pyelonefritis, PID, prostatitis)
- Misselijkheid, braken (nefrolithiasis, gastroenteritis, torsie ovariumcyste, AA)
- Pollakisurie, dysurie (cystitis, pyelonefritis)
- Vermagerd, nachtelijk zweten (maligniteit)
- Veranderd stoelgangspatroon, diarree (colorectaal carcinoom, IBS)
- Bloed in stoelgang (CRC, divertucilitis)
- Zwarte stoelgang (Ulcus)
- Krampen (Crohn)
- Ontkleurde stoelgang, donkere urine (Galsteen, pancreascarcinoom)
- Hematurie (nefrolithiasis)
- Pijn bij menstruatie? (dysmenorroe, endometriose, myomen)
- Duizeligheid, hartkloppingen, syncope (AA)
Persoonlijke voorgeschiedenis
- Miskraam
- Operaties?
- Seksueel risicogedrag?
Familiale anamnese
- Mensen in familie gekend met bepaalde darmziekten of aandoeningen
- Mensen in omgeving met zelfde klachten
-
Klinisch onderzoek
- Temperatuur meten
- Abdominaal onderzoek
- Inspectie (operatielittekens, zwelling, roodheid, opgezette buik)
- Kan patiënt stilliggen, antalgische houding
- Oppervlakkige ademhaling (peritoneale prikkeling)
- Auscultatie (afwezig peristaltiek teken van peritoneale prikkeling)
- Percussie pijnlijk bij pertioneale prikkeling
- Palpatie, loslaatpijn, contralaterale pijn
- McBurney (appendicitis
- Psoas teken, obturatoriusteken
- Inspectie (operatielittekens, zwelling, roodheid, opgezette buik)
- Nierslagpijn
- Vaginaal toucher, speculumonderzoek, pH, microscopisch onderzoek
- Labo (creat, ureum, HSG (eug), transaminasen, CRP/sedimentatie/wbc)
- Urineonderzoek
- ZS test
- Echo (galstenen, cholecystitis)
-
Uitleg & behandeling
-
Nefrolithiasis
-
Uitleg
In de urine zitten afvalstoffen die met het plassen worden afgevoerd. Als afvalstoffen niet helemaal oplossen in de urine, dan kunnen er in het nierbekken kristallen of steentjes ontstaan. Dit noemen we nierstenen.
Kleine niersteentjes kunt u uitplassen, maar soms blijft een steentje in de urinewegen steken. Als een wat groter steentje in de urineleider klem komt te zitten, dan krijgt u een aanval van pijn in uw zij of in uw buik.
De urineleider probeert de steen steeds wat verder naar de blaas toe te werken. Dit geeft steeds weer een pijngolf. Wanneer de urineleider even stopt met ‘knijpen’, is ook de pijn even weg.
-
Behandeling
Pijnstilling
- Sterke pijnstilling zoals diclofenac
- Gebruik de pijnstiller op vaste momenten om te voorkomen dat de pijn terugkomt
Alfa-1 blokker
- Tamsulosine
- Ontspant spieren blaas en plasbuis om doorgang steen te vergemakkelijken
Hydratatie
- Drink voldoende, zowel voor deze niersteen, als ter preventie van een volgende
ImportantNeem contact op indien u koorts krijgt
-
-
Pyelonefritis
-
Uitleg
Het nierbekken zit aan de onderkant van de nier. Het is een soort trechter waarin urine wordt opgevangen. Uw nieren maken de urine (plas). De urine stroomt vanuit het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
-
Behandeling
Antibiotica ciprofloxacine
Blijf de pillen slikken tot ze op zijn, niet tot uw klachten gedaan zijn
Contact opnemen als uw klachten niet minderen na 2 dagen, of als u zieker begint te worden
-
-
-
Master 2
-
Hoofdpijn
-
Binnencirkel
- trauma
- vaataandoening
- arteritis temporalis
- herseninfarct
- hersentumor/-infectie
- acuut glaucoom
- subarachnoidale bloeding
-
Buitencirkel
- spanningshoofdpijn
- migraine
- clusterhoofdpijn
- sinusitis
- medicatieovergebruiks-/onttrekkingshoofdpijn
- metabole aandoening
- trigeminus neuralgie
- bijwerking geneesmiddelen
- musculoskeletale pijn (nek bv)
-
Anamnese
W aar?
- Eenzijdig, rond oog en temporaal (clusterhoofdpijn)
- Unilateraal, bilateraal?
- Diep of oppervlakkig?
- Uitstraling?
- Knellende pijn aan zijkanten hoofd (spanningshoofdpijn)
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- Acuut?
- Aanvalsgewijs? (clusterhoofdpijn met aanvallen in clusters)
- Chronisch?
- Duur v/e aanval
- Prodromale verschijnselen? (aura)
- ‘s nachts? wordt je er wakker van? (clusterhoofdpijn)
K waliteit
- Bonzend karakter? (migraine)
- Stekende pijn? (trigeminusneuralgie)
- Drukkende pijn? (spanningshoofdpijn)
K wantiteit
- extreem heftige invaliderende pijn teken van clusterhoofdpijn
- leg uit wat een 10 en een 0 is
- Mate van belemmering dagelijks leven
V erzwarende/verminderende factoren?
- Erger bij normale lichamelijke activiteiten, vermijdingsgedrag (migraine)
- Hoofdpijn die tijdens de dag toeneemt (spanningshoofdpijn)
- Intracerebrale drukverhogingen verergert (intracerebrale oorzaak)
- Mogelijke provocerende factoren:
- menstruatie
- spanningen
- inspanning
- slaapgebrek
V erwante klachten
- misselijkheid en/of braken (migraine)
- foto- en fonofobie (migraine)
- verkoudheid (sinusitis)
- aanwezigheid van een aura
- tweezijdig afwijkende visuele sensaties
- visusstoornis (arteritis temporalis)
- autonome verschijnselen (bv loopneus, conjuctivale hyperemie, zweten… kunnen wijzen op clusterhoofdpijn)
- prodromale verschijnselen
Usus
- Roken
- Alcoholgebruik?
- Medicatie
- bij chronische hoofdpijn vaak sprake van medicatieovergebruik
- vaak ook verschijnselen bij onttrekking
- Koffie
- caffeïnegebruik is risicofactor voor hoofdpijn
Familiale anamnese
- Migraine familiaal belast
- Mensen in familie met hart- en vaatlijden
Persoonlijke voorgeschiedenis
- recent trauma
- comorbitditeit
- ZS, kraamperiode
-
Klinisch onderzoek
Oriënterend neurologisch onderzoek
Bloeddrukmeting
Onderzoek naar verschijnselen van clusterhoofdpijn
- rood of tranend oog
- verstopte neus of loopsneus
- hangend ooglid
- pupilvernauwing
Ooginspectie (sunsetfenomeen)
-
Uitleg & behandeling
-
Spanningshoofdpijn
Geruststellen
Oorzaak onbekend
Gunstig effect van gezonde levensstijl en goed evenwicht tussen belastbaarheid en belasting
Indien onvoldoende effect leefstijladviezen, ev kortdurend gebruik paracetamol of bij onvoldoende effect NSAID
Ev oefen en gedragstherapie om hiermee te leren leven
Alarmsymptomen
-
Migraine
Algemeen:
- Staak bezigheden en neem rust bij de eerste verschijnselen.
- Bespreek mogelijk provocerende factoren (stress, onregelmatig leven, slaapgebrek).
Bespreek verhoogd risico (vrl bij vrouwen met aura) op beroerte en hartinfarct (migraine is een neurovasculaire hoofdpijn, prikkeling van zenuwen en bloedvaten in hoofd) en eventuele cardiovasculaire risicofactoren (hypertensie, DM, obesitas, roken, homonale anticonceptie)
Starten met pijnstilling (paracetamol 1, NSAID 2, triptaan 3, combinatiepreparaat 4)
-
Medicatieovergebruikshoofpijn
Als u vaak pijnstillers voor uw hoofdpijn slikt, raakt uw lichaam hieraan gewend. U krijgt dan hoofdpijn als u de pijnstiller een keer niet slikt. De hoofdpijn komt steeds terug. Tot u weer een pijnstiller slikt. Misschien wordt u ook meer gevoelig voor de pijnprikkel.
Wegnemen oorzaak effectiefst: na 3 maand grotendeel een effect. Adviseer alle hoofdpijnmedicatie in 1 keer te stoppen en niet te vervangen door andere middelen. Bij stoppen medicatie soms reboundfenomeen waarbij de klachten gedurende 1-3 weken toenemen
-
Clusterhoofdpijn
Zuurstof en sumatriptan subcutaan
Verwijs naar neuroloog
-
-
-
Parese ledematen
-
Binnencirkel
- Myasthenia gravis
- Stofwisselingsziekte
- spierziekte van duchenne
- Polymyalgia rheumatica
- arteritis temporalis
- perifeer arterieel vaatlijden
- TIA
- Guillain-Barré
- MS
-
Buitencirkel
- na corona
- Lithiumgebruik
- Lumbosacraal radiculair syndroom
- hernia
- hypothyreoïdie
-
Anamnese
W aar?
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- Acuut?
- Aanvalsgewijs?
- Chronisch?
- FAST tijdens aanval?
K waliteit
K wantiteit
- Leg uit wat een 10 en een 0 is
- Mate van belemmering dagelijks leven
V erzwarende/verminderende factoren?
V erwante klachten
- tintelingen
- sensibiliteitsverlies?
- ook andere organen?
Usus
- Roken
- Alcoholgebruik?
- Medicatie - lithiumgebruik?
- Levensstijl! - perifeer arterieel vaatlijden
Familiale anamnese
- Mensen in familie met hart- en vaatlijden
Persoonlijke voorgeschiedenis
- recent trauma
- comorbitditeit
- ZS, kraamperiode
-
Klinisch onderzoek
Vitale parameters
Motorisch onderzoek
Reflexen
Neurologisch onderzoek
-
Uitleg & behandeling
-
TIA
Beroerte is bloedvat in hersenen die dicht of kapot is… Daardoor krijg je klachten zoals verlamde arm, been, scheve mond, niet goed praten, slikken of zien.
TIA is een waarschuwing: je hebt een grotere kans op een herseninfarct en een hartaanval
Uitvalsverschijnselen nog aanwezig? → Bel met spoed een ambulance (A1-indicatie) en verwijs patiënt naar de neuroloog.
Uitvalsverschijnselen verdwenen? → start acetylsalicylzur 1dd 160mg, stuur door naar neuroloog <24u
TIA is een waarschuwing van uw lichaam (praat over levensstijl en cardiovasculaire risicofactoren)
-
-
-
Lage rugpijn
-
Binnencirkel
- maligniteit
- trauma
- cauda equina syndroom
- ruptuur aneurysma aorta abdominalis
-
Buitencirkel
- lumbosacraal radiculair syndroom
- hernia
- wortelkanaalstenose/laterale stenose
- osteoporotische inzakkingsfractuur
- ziekte van Bechterew
- degeneratieve scoliose
- spondylodiscitis
- neurogene claudicatio (progressief, wandelen)
- spinaalkanaalstenose
- lumbosacraal radiculair syndroom
-
Anamnese
W aar?
- Diep, oppervlakkig
- Unilateraal, bilateraal?
Uitstraling?
- in 1 been tot voorbij de knie (LRS)
- uitstralende pijn erger dan rugpijn?
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- ochtendstijfheid en nachtelijke pijn (typisch bechterew)
- Acuut? Chronisch?
- Duur?
- Wijze van ontstaan (voorafgaand trauma)
- Beloop van de klachten
K waliteit
- Stekende pijn? Drukkende pijn?
K wantiteit
- leg uit wat een 10 en een 0 is
- Mate van belemmering dagelijks leven
V erzwarende/verminderende factoren?
- drukverhogende momenten (hoesten, niezen, persen) (LRS)
- Al pijnstilling gepakt? Helpt dit?
- Eventueel beter bij vooroverbuigen of fietsen (spinaal kanaal stenose)
V erwante klachten
- mictie- en of defecaetieklachten (caudasyndroom)
- sensibiliteitstoornissen (LRS)
- hyperesthesie, paresthesie, motorische stoornissen (klapvoet)
- neurogene claudicatio intermittens
- malaise, koorts, nachtelijke pijn, gewichtsverlies? (maligniteit!)
- verminderde lumbale mobiliteit (artrose/artritis)
Usus
- Roken
- Alcoholgebruik
- Drugs
Familiale anamnese
Persoonlijke voorgeschiedenis
-
Klinisch onderzoek
Beoordeling looppatroon
Inspectie bekken en wervelkolom bij staande patiënt
Provocatietests
- Lasègue (beter in uitsluiten van LRS)
BSE, HLA-B27, röntgenonderzoek
-
Uitleg & behandeling
90% aspecifieke lage rugpijn verdwijnt binnen de 2 weken. Adviseer in beweging te blijven en door te gaan met de dagelijkse activiteiten voor zover de klachten dit toelaten. Bewegen veroorzaakt geen schade.
Schrijf enkel analgetica voor ter ondersteuning van het activerende beleid
-
LRS
Er is prikkeling van een zenuwwortel in de rug, meestal door een uitpuilende tussenwervelschijf. 75% herstelt spontaan in eerste 3m.
Adviseer in beweging te blijven en door te gaan met de dagelijkse activiteiten voor zover de klachten dit toelaten. Als de klachten na 6-8w onvoldoende zijn verbeterd kan een keuze gemaakt worden voor eventuele operatie, of voortzetting van conservatieve behandeling.
Pijnmedicatie
Direct contact opnemen bij sensibiliteitsverlies, ongewild verlies van urine of ontlasting, verlies van spierkracht
-
-
-
Kniepijn
-
Binnencirkel
- fractuur
- artritis
- osteochondritis dissecans
- osteomyelitis/tumor
-
Buitencirkel
- distorsie/contusie
- collateralebandletsel
- patellaluxatie
- jicht
- meniscusletsel
- kruisbandletsel
- gonartrose
- bursitis prepatellaris
- springersknie
- hoffitis
- patellofemoraal pijnsyndroom
- iliotibiaal frictiesyndroom
- baker-cyste
- ziekte van osgood-schlatter
-
Anamnese
W aar?
- Diffuse pijn (bandgevoel)
- specifieke localisatie (mediaal, lateraal, vooraan, achteraan)
- vlak onder knie, voorkant been - osgood-schlatter
ImportantReferred pain in knee (bv coxartrose, ischialgie)
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- ochtendstijfheid en nachtelijke pijn
- Acuut? Chronisch?
- Duur?
- Wijze van ontstaan (voorafgaand trauma)
- Beloop van de klachten
- Stijfheid bij starten en pijn na langer durende beweging (RA, iliotibiaal frictiesyndroom…)
K waliteit
- Stekende pijn? Drukkende pijn?
- Zeurend gevoel (patellofemoraal pijnsyndroom)
K wantiteit
- leg uit wat een 10 en een 0 is
- Mate van belemmering dagelijks leven
V erzwarende/verminderende factoren?
- verergering bij patellofemorale drukverhoging (hurken, springen)
- Al pijnstilling gepakt? Helpt dit?
- uitlokkende factoren? (startpijn, repeterende bewegingen…)
V erwante klachten
- zwelling (traumatisch of niet-traumatisch)
- lokaal of veralgemeend
- verminderde functie
- blokkeren van beweging (meniscuslaesie, gesubluxeerde patella…)
- instabiliteit
- lokaal warm of rood
- standsafwijkingen
Usus
Familiale anamnese
Persoonlijke voorgeschiedenis
- eerdere operaties, ziektes of traumas (geven verhoogde kans op nieuwe beschadiging)
-
Klinisch onderzoek
Inspectie
Palpatie
Bewegingsonderzoek
Collaterale banden, kruisbanden en meniscustesten
Röntgen, echo…
-
Uitleg & behandeling
-
Knieartrose
Adviseer regelmatige en voldoende intensieve lichaamsbeweging (ten minste een half uur per dag matig intensief bewegen). Eventueel gewichtsreductie.
Adequate pijnbestrijding
-
Bursitis prepatellaris
slijmbeurs is een soort kussentje met vocht, de slijmbeurs zit voor de knieschijf
1-2 weken zo min mogelijk belasten
overweeg bij een functioneel storende, niet-bacterieel ontstoken bursa prepatellaris aspiratie van de inhoud
bij pijn eventueel paracetamol
-
Osgood-Schlatter
Leg uit dat pijnklachten meestal verdwijnen bij groeispurt, maar dat zwelling langdurig kan blijven bestaan.
Vaak bij kinderen die snel groeien en veel sporten. Bot zachter, meer belasting en frictie
-
Patellofemorale pijnsyndroom
Overweeg oefentherapie
-
Jumper’s knee
Sport(intensiteit minderen) . Als je merkt dat je minder pijn aan de knie krijgt, dan kun je langzaam weer meer gaan sporten of oefentherapie overwegen. Medicijnen zijn meestal niet nodig. Als de pijn lang blijft, kun je zo nodig paracetamol gebruiken. Lees meer over paracetamol bij pijnstillers.
-
-
-
Nekpijn
-
Binnencirkel
- meningitis
- maligniteit (botmetastase)
- whiplash
- subarachnoidale bloeding
- reumatoïde arthritis
-
Buitencirkel
- aspecifieke nekpijn
- spierverrekking
- cervicale artrose
- osteoporotische indeuking
- spondylolisthese
- torticollis
- cervicale radiculopathie
- nekhernia
-
Anamnese
W aar?
- uitstraling? (naar en arm → nekhernia)
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- acuut opgetreden?
- al lang bezig?
- in episodes of constant?
- hoe lang zijn deze episodes
- hoe frequent?
K waliteit
- Zeurend?
- schietende/snijdende pijn (nekhernia)
K wantiteit
- schaal 1-10 (leg uit wat en 10 is)
- nachtelijke pijn?
- impact op dagdagelijkse activiteiten
V erzwarende/verminderende factoren?
- pijn bij rotatie (eerder locomotorisch)
- pijn bij flexie (eerder meningeale prikkeling)
V erwante klachten
- stijf gevoel in nek?
- malaise, koorts, vermagering → maligniteit
- sensibiliteits- en/of krachtsverlies, reflexafwijkingen → alarmsymptomen nekhernia
- hoge koorts? (meningitis)
Usus
Familiale anamnese
Persoonlijke voorgeschiedenis
-
Klinisch onderzoek
- locomotorisch onderzoek
- bloedonderzoek bij verdenking maligniteit, reumatoïde artritis of infecties
- rx vaak zeer aspecifiek
-
Uitleg & behandeling
-
Cervicale radiculopathie
Er is prikkeling van een zenuwwortel in de rug, meestal door een uitpuilende tussenwervelschijf.
Adviseer in beweging te blijven en door te gaan met de dagelijkse activiteiten voor zover de klachten dit toelaten. Als de klachten na 6-8w onvoldoende zijn verbeterd kan een keuze gemaakt worden voor eventuele operatie, of voortzetting van conservatieve behandeling.
Pijnmedicatie
Direct contact opnemen bij sensibiliteitsverlies of verlies van spierkracht
-
-
-
Schouderpijn
-
Binnencirkel
- fractuur humerus/glenoid
- reumatoïde arthritis
- EUG
- maagperforatie
- polymyalgia reumatica
- botmetastase
- myocardinfarct
- longembolie
- diafragmale prikkeling
-
Buitencirkel
- bicepspeesletsel
- rotatorcuffpeesletsel
- bursitis
- cervicaal radiculair syndroom
- frozen shoulder
- omarthrose
- schouderluxatie (ant/post)
- fractuur clavicula
- angina pectoris
- instabiliteit schoudergewricht (kapsel of labrum)
-
Anamnese
W aar?
- ook andere gewrichts-/spierpijn klachten in andere delen lichaam? (systeemziekte zoals reumatoïde artritis of polymyalgia reumatica)
- uitstraling? (naar hand en arm → cervicaal radiculair syndroom)
W anneer begonnen? Evolutie? In welke omstandigheden is het begonnen?
- Acuut ontstane pijn in combinatie met thoracale drukgevoelens/kortademigheid → hartinfarct, longembolie
- constant aanwezig?
- in episodes, aanvallen
- hoe lang zijn deze episodes? hoe frequent
K waliteit
- stekend, drukkend
K wantiteit
- ernstige pijn? (fractuur)
- impact op dagelijks leven?
- verstoring nachtrust?
V erzwarende/verminderende factoren?
- CAVE pijn in schouder bij inspanning
V erwante klachten
- kortademigheid
- angina
- druk op borst
- buikpijn (maagperforatie, EUG)
- gewichtsverlies, malaise, koorts (maligniteit)
Usus
Familiale anamnese
Persoonlijke voorgeschiedenis
-
Klinisch onderzoek
- locomotorisch onderzoek
- bloedonderzoek bij vermoeden onderliggende systeemziekten
- Rx, echo, MRI, CT
-
Uitleg & behandeling
-
Cervicale radiculopathie
Er is prikkeling van een zenuwwortel in de rug, meestal door een uitpuilende tussenwervelschijf.
Adviseer in beweging te blijven en door te gaan met de dagelijkse activiteiten voor zover de klachten dit toelaten. Als de klachten na 6-8w onvoldoende zijn verbeterd kan een keuze gemaakt worden voor eventuele operatie, of voortzetting van conservatieve behandeling.
Pijnmedicatie
Direct contact opnemen bij sensibiliteitsverlies of verlies van spierkracht
-
Tendinopathie (supraspinatus)
- zoveel mogelijk door te gaan met de dagelijkse bezigheden
- belasting en bewegingen die de pijn duidelijk verergeren te vermijden
- alleen indien kleine bewegingen al zeer pijnlijk zijn, de schouder tijdelijk rust te geven. Breid daarna de activiteiten (huishouden, werk, hobby) geleidelijk uit en wacht niet tot de pijn geheel verdwenen is
- actief blijven, analgetica, oefentherapie en een lokale injectie met corticosteroïden. Leg uit dat van geen van deze behandelingen vaststaat dat ze op de lange duur het natuurlijke beloop in belangrijke mate beïnvloeden
-
Frozen shoulder
Het belangrijkste om geen stijve schouder meer te krijgen is oefenen. Bewegen is heel belangrijk. → om dit makkelijker te maken pijnmedicatie. Overweeg oefentherapie. Een stijve schouder kan vanzelf overgaan, maar het duurt vaak lang. Het kan een half jaar tot 1 jaar duren, soms ook wel 3 jaar.
-
-
-
Duizeligheid
-
Gewichtsverlies
CAVE diabetes, schildklier
-
Moeheid
CAVE diabetes, schildklier
-
Wazig zicht
CAVE MS!! CVA
-
Vaginaal verlies
-
Anaal bloedverlies
-
Bloederige fluimen