Anemie

#Hematologie

Kliniek

Anamnese

Klinisch onderzoek

Diagnostiek & Behandeling

Important

Anemie is GEEEN diagnose → zoek altijd de oorzaak → VERLIES / AFBRAAK / ↓ AANMAAK

Microcytair (minder dan 80fL)

Important

↓ maturatie cytoplasma → Hb-concentratie in cel wordt niet bereikt → celdeling ter compensatie

Type Etiology Kliniek Diagnose Behandeling CAVE
Ferriprieve anemie 1. Bloed verlies (GI (25%), urinair, gynaeco…)
2. Verhoogde nood (groei, zwangerschap)
3. ↓ absorptie (gastrectomie,
achlorhydrie, bypassoperaties)
4. ↓ inname
1. Algemene klachten van anemie
2. Koilonychia
3. Gladde tong (atrofie papillen)
4. Ragaden, angulaire stomatitis
5. Broos haar
6. Glossitis en dysfagie, Plummer Vinson
1. Target cells
2. Fe-status
- serum Fe ↓
- TIBC ↑
- TSAT ↓
- ferritine ↓
3. ↓ ↓ Fe op beenmergpunctie (niet nuttig)
4. Weinig reticulocyten
1. Oorzakelijk
2. Voeding en advies
3. Po Fe gluconaat, sulfaat of polysaccharaat evtl + vit C

Streefdoel:
- 100 mg Fe/d - monitoring met reticulocyten & Hb↑ 1 g/dl/w
- verder tot ferritine > 50µg/l
- Inname 10-20 mg, absorptie ~10%

- Regulatie enkel op niveau
van absorptie, geen actieve excretie

- Typisch jonge vrouw gynaeco of oude man gastro
Anemie bij chronische ziekten 1. Chronische infectie (endocarditis,
osteomyelitis)

2. Chronische inflammatie (RA, SLE, Crohn,
polymyalgia, tumoren)
1. Algemene klachten van anemie

2. Inflammatoire/infectieuze tekens
1. Fe status
- serum Fe ↓
- TIBC ↓
- ferritine =/↑
1. Oorzakelijke therapie

2. GEEN PO FE

2. Epo & IV Fe (bv bij nierfalen)
Geen Fe-tekort maar inflammatoire reactie
→ hepcidine ↑ → vrijstelling Fe ↓
Sideroblastaire anemie 1. Aangeboren

2. Verworven
- Pb intox
- EtOH
- beginnende myelodysplasie
1. Algemene klachten van enemie 1. Fe status
- serum Fe =/↑
- TIBC =
- ferritine ↑

2. Ring-sideroblasten op beenmergpunctie (nuttig)

3. Veel reticulocyten
1. Oorzakelijk

2. Evtl proeftherapie vitB6
Geen Fe-tekort maar probleem met inbouwen Fe in haem
Thalassemie 1. Alfa-thalassemie
→ verminderde α-chain synthese

2. Beta-thalassemie
→ verminderde β -chain synthese
ALFA
- zeer variabel
- van
hydrops fetalis tot asymptomatisch

BETA
- minor → matig anemisch
-intermedia → transfusienood
- major → zware transfusienood, botmisvorming (extramedullaire hematopoiese ↑), hepato/splenomegalie, beenulcera, cholelithiase, Fe-overstapeling
1. Diagnose met Hb-elektroforese

2. Vaak gekenmerkt door zeer laag MCV(+-60) en gestegen RBC distribution width

3. Veel reticulocyten

4. Ouders tonen trait (autosomaal recessief)
– Transfusie

– Fe-chelators (protectief tegen cardiale aandoeningen en DM)

– Vit C (↑iron output)

– Splenectomy

– Folaat supplementen

– Beenmerg Tx
- Typisch in Mediterrane en Midden-Oosterse populatie

- Denk bij lage MCV , nl Fe en asymptomatische
matige anemie ook aan HbE, vooral bij Zuid-Oost Aziatische bevolking en HbC in West-Afrika

- CAVE
→ geelzucht
→ secundaire hemochromatose → arrytmie, pericarditis, cirrhosis, hypothyroidism, DM
Sikkelcel anemie 1. Homozygote Hb SS

2. Heterozygote : sickle cell trait Hb AS
- zeer variabel → asymptomatisch tot hemolytische
crises met atypische buik/flankpijn

- icterische sclerae
- hand-voet syndroom op jonge
leeftijd
- botmisvorming, hepato/splenomegalie (extramedullaire hematopoiese ↑)

CAVE: infarcering gerelateerde problemen
– Botpijn
– Pleura-thorax pijn tot sickle chest syndroom
- Papilnecrose thv nier
– Miltinfacten – Leverstreek pijnaanvallen
- CVA, moya moya disease

Lange termijn:
– Infecties met pneumococcen (ingekapselde bacterie) door hyposplenisme of in
botinfarcten
– Chronische ulcera thv OL – Galsteen
– Aseptische necrose been; hand-foot syndrome – Blindheid
– Chronische nierinsufficientie

Uitlokkende factoren voor crises : infectie, acidose, deshydratie, hypoxie
1. Diagnose met Hb-elektroforese

2. Sikkelcelvorming in hypoxie uitgelokt door natriumbisulfiet in labo

3. Vaak geen manifeste Hb daling, kan echter wel met laag Hb (6-8) en gestegen reticulocyten gepaard gaan

4. Howell Jolly bodies

5. Geeft niet de
lage MCV van thalassemie

6 .Ouders tonen sickle cell trait (autosomaal recessief)
1. Hydratie

2. Pijnstilling (vaak opiaten)

3. O²

4. Lage drempel voor antibiotica

5. Bij repetitieve crises:
-crizanlizumab anti-P
Selectin

6. Preventie:
– Hydroxyurea (↑ gamma-globuline ↑ Hb-F)
– MgSO4
– Stoornissen in de microcirculatie

– Hb S affiniteit voor zuurstof > Hb A → lage Hb waarden worden beter verdragen

- Vermindert ernst van p.f. malaria (heterozygote advantage)

Normocytair (80-100fL)

Type Etiology Kliniek Diagnose Behandeling CAVE
Nierinsufficiëntie Insufficiënte EPO-productie Epo bestaat in recombinante vorm voor toediening bij
- Nierinsufficientie CrCl <45 ml/min
- Concomitant met chemotherapie bij diverse maligniteiten
EPO is belangrijkste GF voor RBC → door nieren aangemaakt onder hypoxie
Hemolytische anemie 1. Extra-vasculair (>)
- afbraak thv RES → indirect
bilirubine & LDH ↑ → urobilinurie maar
geen Hburie → dus geen Fe-verlies


2. Intra-vasculair (<)
- snelle destructie met ↓ haptoglobine & Hburie (bv sikkelcel of malaria crisis)
1. Relatief snel optredende anemie klachten
2. Icterus door indirect bilirubine
3. Verkleurde urine zonder verkleurde faeces
4. Episodes van lendenpijn of aspecifieke buikpijn
5. Evtl splenomegalie
1. ↑ indirect bilirubine
2. ↓ haptoglobine (ook acute fase EW)
3. ↑ LDH
4. Reticulocytose, soms erythroblasten in PBO
5. Erythroiede hyperplasie in het beenmerg
6. Intrinsieke vormafwijking (sferocyten, sikkelcellen,
fragmentocyten…)
- Verhoogde afbraak met compensatoir verhoogde aanmaak


Aangeboren? Corpusculair
- Hb-pathie
- Enzymdefecten (G6PHD, pyruvaat kinase)


Verworven?
- Toxisch/infectieus (malaria, sulfasalazine)
- Mechanisch (kunstklep)
- Immune/Serogene hemolytische anemie
- intravasculaire stollingssyndromen (HUS, HELLP, TTP)

-
Immuun of niet-immuun? → Coombs
Endocriene afwijkingen 1. Hypothyreose

2. Hypogonadisme (>> ↓ testosteron)
Anti-hormonale therapie bij prostaatCa → Hb en Hct ↓ naar normaalwaarden vrouw
Anemie bij chronische ziekten 1. Chronische infectie (endocarditis,
osteomyelitis)

2. Chronische inflammatie (RA, SLE, Crohn,
polymyalgia, tumoren)
1. Algemene klachten van anemie

2. Inflammatoire/infectieuze tekens
1. Fe status
- serum Fe ↓
- TIBC ↓
- ferritine =/↑
1. Oorzakelijke therapie

2. GEEN PO FE

2. Epo & IV Fe (bv bij nierfalen)
Geen Fe-tekort maar inflammatoire reactie
→ hepcidine ↑ → vrijstelling Fe ↓
Acute bloeding
Merginfiltratie/fibrose 1. Leukemie
2. Lymphoom
3. Myelodsyplasie
Aplastische anemie 1. Pancytopenie
2. Aplasie (congenitaal of idiopathisch/verworven)
1. Algemene klachten van anemie
2. ↑ infecties
3. Makkelijk bloeden/blauwe plakken
4. Epistaxis
1. Lage/afwezige reticulocyten
2. Hypocellulair beenmerg
1. Transfusie
2. Tx
> slechte prognose

Aangeboren hemolytische anemie

Type Etiology Kliniek Diagnose Behandeling CAVE
RBC membraan defect 1. Sferocytose
- AD, 1/5000
- β-spectrine afwijking
- bemoeilijkte microcirculatie milt → afbraak ↑

2. Elliptocytose

3. Stomatocytose
1. Icterus bij geboorte of op kinderleeftijd
2. Hemolytische crises (>matig, >na infectie/vermoeidheid)
3. Splenomegalie evt met pijn
4. Bilirubine galstenen op jonge leeftijd (60%)
Initieel microcytair → later normo- tot macrocytair door een foliumzuur tekort door hoge aanmaak

1. Verlaagde osmotische weerstand
2. Centrale opklaring ontbreekt op microscopie
Mild → geen behandeling

Uitgesproken klachten →
splenectomie→
- Howell Jolly bodies
- ↓ klaring van gekapselde bacteriën (vaccinatie op voorhand!)
- Thrombocytose en leukocytose

Beleid na splenectomie:
- vaccinatie: pneumokokken (elke 5j)meningokokken vaccin (1x) & H. influenza (jaarlijks)
- AB: amoxiclav on demand bij koorts
Thalassemie 1. Alfa-thalassemie
→ verminderde α-chain synthese

2. Beta-thalassemie
→ verminderde β -chain synthese
ALFA
- zeer variabel
- van
hydrops fetalis tot asymptomatisch

BETA
- minor → matig anemisch
-intermedia → transfusienood
- major → zware transfusienood, botmisvorming (extramedullaire hematopoiese ↑), hepato/splenomegalie, beenulcera, cholelithiase, Fe-overstapeling
MICROCYTAIR

1. Diagnose met Hb-elektroforese

2. Vaak gekenmerkt door zeer laag MCV(+-60) en gestegen RBC distribution width

3. Veel reticulocyten

4. Ouders tonen trait (autosomaal recessief)
- Typisch in Mediterrane en Midden-Oosterse populatie

- Denk bij lage MCV , nl Fe en asymptomatische
matige anemie ook aan HbE, vooral bij Zuid-Oost Aziatische bevolking en HbC in West-Afrika

- CAVE
→ geelzucht
→ secundaire hemochromatose → arrytmie, pericarditis, cirrhosis, hypothyroidism, DM
Sikkelcelanemie 1. Homozygote Hb SS

2. Heterozygote : sickle cell trait Hb AS
- zeer variabel → asymptomatisch tot hemolytische
crises met atypische buik/flankpijn

- icterische sclerae
- hand-voet syndroom op jonge
leeftijd
- botmisvorming, hepato/splenomegalie (extramedullaire hematopoiese ↑)

CAVE: infarcering gerelateerde problemen
– Botpijn
– Pleura-thorax pijn tot sickle chest syndroom
- Papilnecrose thv nier
– Miltinfacten – Leverstreek pijnaanvallen
- CVA, moya moya disease

Lange termijn:
– Infecties met pneumococcen (ingekapselde bacterie) door hyposplenisme of in
botinfarcten
– Chronische ulcera thv OL – Galsteen
– Aseptische necrose been; hand-foot syndrome – Blindheid
– Chronische nierinsufficientie

Uitlokkende factoren voor crises : infectie, acidose, deshydratie, hypoxie
MICROCYTAIR


1. Diagnose met Hb-elektroforese

2. Sikkelcelvorming in hypoxie uitgelokt door natriumbisulfiet in labo

3. Vaak geen manifeste Hb daling, kan echter wel met laag Hb (6-8) en gestegen reticulocyten gepaard gaan

4. Howell Jolly bodies

5. Geeft niet de
lage MCV van thalassemie

6 .Ouders tonen sickle cell trait (autosomaal recessief)
1. Hydratie

2. Pijnstilling (vaak opiaten)

3. O²

4. Lage drempel voor antibiotica

5. Bij repetitieve crises:
-crizanlizumab anti-P
Selectin

6. Preventie:
– Hydroxyurea (↑ gamma-globuline ↑ Hb-F)
– MgSO4
– Stoornissen in de microcirculatie

– Hb S affiniteit voor zuurstof > Hb A → lage Hb waarden worden beter verdragen

- Vermindert ernst van p.f. malaria (heterozygote advantage)
Enzymdefecten 1. G6PD-deficiëntie
2. Pyruvaat kinase deficiëntie
→ verhoogde vatbaarheid voor hemolytische anemie Denk eraan bij niet-immune hemolyse na medicatie of voeding! RBC hebben geen kern → energiemetabolisme puur (pre-)mitochondriaal → afwijkingen in energietoevoer → verlies vorm → hemolyse thv milt

CAVE tuinbonen kunnen hemolitische crisis uitlokken bij G6PD-deficiëntie

Verworven hemolytische anemie

Niet-immuun

Type Etiology Kliniek Diagnose
Malaria Hemolyse RBC in cyclus parasiet
Medicamenteus Dapsone, anti-malaria producten, sulfasalazine
Intoxicaties Arseen, sproeistof, slangengif
Mechanisch Kunsthartkleppen, microangiophatie, marshemoglobinurie, triathlon
PNH Zeldzaam

→ deficiëntie van complementregulerende EW → te trage complement afbraak → hypoxie ’s nachts → complement-gemedieerde hemolyse → verhoogd risico op het ontstaan van belangrijke thromboses in de splangische vaten (porta thrombose, v hepatica thrombose,...)
Patiënten die dagelijks ‘s morgens rode urine hebben maar waarbij dat in de loop van de dag opklaart Komt dikwijls voor in een situatie van pancytopenie
Intravasculaire stollingssyndromen HUS
HELLP
TTP
Hypersplenisme

Immuun

Type Etiology Kliniek Behandeling
Auto-immuun
Auto-Al Haemolytic transfusion reaction
Drug-induced Hapteenvorming
GNM zet zich vast op RBC → antigene conformatieverandering → RBC wordt immunogeen

Innocent bystander
- immuunreactie tegen GNM → complementactivatie → hemolyse
Neonatale bloedgroep incompatibiliteit ABO systeem → aanwezigheid van het AL-repertoire door voedingsantigenen die ervoor zorgt dat men selecteert op self/non-self

R
hesus, Kell, Duffy en Kidd systeem → klassieke immunisatie (zoals bij vaccinatie)
Transfer foetaal bloed naar moeder → zelden hemolyse → IgM gaat niet transplacentair

Transfer Rhesus+ bloed van foetus naar de Rhesus- moeder → inductie van IgG tegen de Rhesus factor → incompatibiliteit voor verdere ZS van Rhesus+ kind
Immunisatie profylactisch voorkomen door passief Rhesus antistoffen (anti-D) toe te dienen aan de Rhesus- moeder van een Rhesus+ kind (zodat de moeder zelf GEEN irregulaire AL zou vormen)
Important

COOMBS test / Antiglobuline test → onderscheid tussen immuun hemolyse of niet-immune hemolyse

Macrocytair (>100fL)

Important

↓ maturatie kern → celdeling ↓

Type Etiology Kliniek Diagnose Behandeling CAVE
Vitamine B12 tekort - Dieet
-Transcobalamine deficientie - Pernicieuze anemie (antiparietaal cel AL)
- Gastrectomie
- IF deficientie
- Ileum resectie
- Bacteriele overgroei
- Parasitaire infecties
- perifere neuropathie

Pernicieuze anemie:
- traag progressief
- glossitis (aardbeietong)
- achlorhydrie
- neuro: paresthesie, vertraagde reflexen, dementie, paralyse
- vaak in associatie met andere AI-afwijkingen (thyroid, addison, vitiligo)
- Uitgesproken macrocytair
- ↓ vit B12

Pernicieuze anemie:
- achlorhydrie
- vaak ook pancytopenie
- 90% parietaalcel AL, 50% IF AL
- bilirubine stijging (ineffectieve eryhthropoiese)
- LDH ↑↑
-
Oorzakelijk!!

Pernicieuze anemie (antiparietaal cel AL):
- Gastroscopie followup
- Substitutie IM vit B12
- Hydroxy- of Cyanocobalamine

Negatieve parietaalcel AL → zoek absorptie
probleem
→ Schilling test
>> dierlijke producten

→ bindt in maag R-binder → na pancreas digestie van R binder bindt
B12 IF uit pariëtaalcel → resorptie thv ileum

Slechts 1% kan zonder IF worden
opgenomen

CAVE pernicieuze anemie ↑ incidentie maagca 1-3% door achlorhydrie

CAVE transfusie maskeert B12 ↓ en LDH ↑
Foliumzuur deficiëntie - Nutritioneel
- Anorexie, GI malabsorptie - Antifolaat medicatie ( fenytoine, methotrexaat,
pyrimethamine, trimethoprim)
- Verhoogde nood (ZS, BV)
- Verhoogd verbruik (hemolyse, dialyse,
homocysteinemie)
- Geen neuropathie -Uitgesproken macrocytair (< dan bij vitB12 tekort)

- Bijna nooit pancytopenie

- Foliumzuur ↓ (intra-cellulair beter maat dan extra-cellulair)
Oorzakelijk!!

- Substitutie (PO foliumzuur 4-5mg/d)

- Foliniumzuur → antidoot bij antifolaat medicatie
→ adjuvans bij colo-rectale tumoren
>>bladgroenten & thermolabiel (60-90% verlies)

- Lichaamsreserve 10 mg → tekort ontstaat
snel
Alcohol Meest frequente oorzaak Discreet macrocytair
Myelodysplastische afwijkingen Discreet macrocytair
Merginfiltratie/fibrose Myelodysplastische syndromen Discreet macrocytair
Koude agglutinatie AL in in vitro cellen klitten samen oiv koude → meerdere RBC samengeteld → volume lijkt groter VALSE MACROCTYOSE